Sylvain Savoia en Marzena Sowa over ‘Marzi’ – Interview door Toon Horsten voor de Stripgids.
—
Gecodeerd
Stripgids: Bestond er zoiets als strips in het communistische Polen?
Marzena Sowa: Amper. Ik denk dat het regime niet echt van strips hield. Ze waren bang dat er gecodeerde boodschappen in zouden steken die zij niet zouden kunnen ontcijferen. Alles was aan de censuur onderworpen, zelfs een etiket voor een pot confituur.
Sylvain Savoia: Confituur, dat weet iedereen, kan heel erg subversief zijn.
Stripgids: Wanneer besliste u om samen een strip te maken over de jeugd van Marzena?
Sylvain Savoia: Dat was mijn idee, en het ging heel erg snel. Een wereld ging voor me open toen Marzena me over haar kindertijd vertelde. Ik stelde haar voor al die verhalen op te schrijven. Dat deed ze. Meer bij wijze van spel dan met veel ambitie, begon ik daar dan strips van te maken. Toen we er een paar gemaakt hadden, vond ik het wonderwel werken.
Marzena Sowa: Ik schreef ze op met in het achterhoofd dat het alleen voor mezelf en Sylvain zou zijn. Ik schreef heel snel een honderdtal bladzijden bij mekaar, en gaandeweg begon ik ook wel potentieel te zien. Op dat moment maakte Polen nog geen deel uit van de Europese unie, dus het was sowieso heel moeilijk voor me om met mijn Pools diploma werk te vinden in Frankrijk. Sylvain zag het schrijven van die verhalen ook als iets om me bezig te houden én om mijn jeugddroom te realiseren: schrijven.
Stripgids: Grafisch koos u voor pagina’s die bijna uit een foto-album komen, met steeds een beschrijvende tekst en amper tekstballonnen.
Sylvain Savoia: Met Jean-David Morvan maakte ik op dat moment veel klassiekere strips, met een bijna cinematografische découpage. Ik wilde iets helemaal anders doen. Ik vond de teksten van Marzena ook erg sterk, en was er snel van overtuigd dat ik die moest behouden. Zo is de vorm eigenlijk op een vrij organische manier tot stand gekomen. Het idee van een foto-album stond me ook meteen aan, omdat het hier om jeugdherinneringen gaat. Soms doet het door de vorm zelfs wat aan een dagboek van een jong meisje denken.
Kinderblik
Stripgids: De strip ligt ergens tussen een kinderstrip en een realistische strip voor een ouder publiek in.
Sylvain Savoia: Dat wilde ik ook. Als ik net zo realistisch getekend zou hebben als in bijvoorbeeld ‘Nomad’, een van mijn vroegere strips, dat zou het niet gewerkt hebben. ‘Marzi’ is bij momenten toch nogal zwaar, omdat het niet alleen over vrolijke dingen gaat. Als ik het realistische getekend had, zou het véél te zwaar geworden zijn. Ik wilde vooral de kinderblik behouden, soms wat verwonderd, met ook plaats voor wat surrealisme, en die wat karikaturale stijl leent zich daar perfect voor. Het moesten ook heel nadrukkelijk verhalen zijn die ook kinderen kunnen lezen. Daar was die tekenstijl ook geschikter voor.
Stripgids: Is dat ook de reden dat u de strip meteen bij uitgeverij Dupuis, bekend geworden door haar populaire kinderstrips, hebt aangeboden?
Sylvain Savoia: Inderdaad. Ik heb er zelfs niet aan gedacht om die verhalen elders aan te bieden. Ik kende de toenmalige uitgeefdirecteur van Dupuis een beetje, en een paar dagen nadat we een paar verhalen hadden opgestuurd stond er een boodschap op ons antwoordapparaat. Hij wilde het meteen uitgeven.
Stripgids: De boeken verscheen eerst op het normale albumformaat, in vier kleuren. Toen de albums later in integrales gebundeld werden, verschenen ze op een kleiner formaat, met een andere inkleuring. De internationale doorbraak is er toen pas gekomen.
Sylvain Savoia: Tijdens festivals en signeersessies stelden we vast dat we een kinderpubliek bereikten, maar dat volwassenen soms wat weerstand moesten overwinnen om de albums te beginnen lezen. De covers waren vaak nogal vrolijk, en al te vaak dachten ze blijkbaar louter met een humoristische kinderstrip te maken te hebben. Dat het autobiografisch is en over een Poolse jeugd gaat, drong niet tot die lezers door. Ik stelde wel vast dat een volwassen lezerspubliek echt geïnteresseerd was van zodra ze de strip begonnen te lezen, maar dat de drempel om dat te doen voor de meesten mensen blijkbaar te hoog was. Toen hebben we aan Dupuis voorgesteld om een alternatieve versie van ‘Marzi’ te publiceren. Hoe die er dan precies moest uitzien, wist ik nog niet. In ieder geval met meer getemperde kleuren, met veel grijs en rood, zoals dat in de jaren ’80 ook veel gebruikt werd door Poolse afficheontwerpers. Dupuis was erg enthousiast, en sinds het boek in deze versie, op dit kleinere formaat is uitgekomen, heeft de strip een veel breder publiek bereikt, en is het in veel talen vertaald. Ook van de pers was er plots veel meer interesse. Plots kregen ze in de gaten waar het boek over ging, het bleek veel meer dan zomaar een strip over een meisje.
Indische Oceaan
Stripgids: Was het een bewuste beslissing om in de verhalen alleen maar informatie te verstrekken die het hoofdpersonage op het moment zelf weet of kan weten. ‘Kennis achteraf’ gebruiken jullie niet.
Sylvain Savoia: Nee. Al is het natuurlijk wel eens verleidelijk. Soms weet je interessante dingen die met bepaalde personages later nog gebeurd zijn. Maar we doen het niet. We willen ons houden aan die naïeve kinderblik, dus we hebben onszelf echt verboden om die informatie te gebruiken.
Stripgids: In het Frans zijn op dit moment zes albums verschenen op groot formaat, verzameld in twee integrales. Hoe lang gaan jullie nog door met ‘Marzi’?
Sylvain Savoia: We werken nu aan het volgende deel. Bedoeling is om het personage te volgen tot op het moment dat ze in Frankrijk aankomt. Ze realiseert haar grote droom, en dan krijg je de botsing tussen de droom en de realiteit. Over haar jaren aan het lyceum en op de universiteit heeft Marzena nog veel te vertellen, dus ik vermoed dat er nog een viertal albums volgt.
Stripgids: Wat doen jullie momenteel nog naast ‘Marzi’?
Sylvain Savoia: Ik maak een tweeluik voor de collectie Vrije Vlucht van Dupuis. Het eerste deel is klaar, aan het tweede werk ik nu. Ze zullen volgend jaar bijna gelijktijdig verschijnen. Het is iets helemaal anders. Het gaat over de slavernij in de Indische Oceaan in de zeventiende eeuw. Een groter contrast met ‘Marzi’ is amper denkbaar. Ik schrijf voor het eerst ook zelf het scenario. Ik ben met archeologen naar het gebied geweest, en die reis is mijn vertrekpunt. Het is heel opwindend om doen, ik verwacht er veel van. Verder wil ik met Marzena nog een paar andere projecten doen naast ‘Marzi’, maar dat is voor later. We hebben daar nog alle tijd voor.
Stripgids: Marzena, u hebt onlangs ‘Zoen niet zomaar iemand’ gepubliceerd. Een strip over opgroeien in de stalinistische jaren ’50, getekend door Sandrine Revel.
Marzena Sowa: We hadden het er met Franse vrienden over in welke tijd we geleefd zouden willen hebben als we het voor het kiezen hadden. Meteen na de Tweede Wereldoorlog leek hen wel een mooie tijd. De oorlog was afgelopen, het was misschien moeilijk maar er hing een ongelooflijk positieve energie. Ik moest toen aan mijn eigen land denken. Daar was de oorlog helemaal niet afgelopen, het waren donkere tijden. Ik denk dat Polen pas in 1989 echt bevrijd is. Zelfs al werd het wat losser na de dood van Stalin.
Toen ik Sandrine leerde kennen en ze me voorstelde om samen iets te doen, vond ik het wel fijn om iets te doen met een menselijk drama tegen een echte achtergrond, een verhaal over menselijke verhoudingen. De verhalen van mijn grootmoeder en van mijn vader over die tijd vormden de basis.
Het is een veel klassiekere strip dan ‘Marzi’. Met veel minder tekst en veel meer tekstballons.
Marzena Sowa: De eerste versie schrijven is nooit een probleem, dan begin je te herschrijven, en ten slotte moet je de stap naar een storyboard zetten. Dat is altijd moeilijk, ook al omdat ik écht hoegenaamd niet kan tekenen. En toch moet je dan in beelden gaan denken. Die storyboards waren erg belangrijk om aan Sandrine te laten zien wat ik in gedachten had. Dat was echt een uitdaging. Ik heb veel geleerd over het stripvak in die periode. Met Sylvain was dat gemakkelijker. We wonen samen, hij kent mijn universum en vult veel zelf in… Dat vergemakkelijkt de zaken. In de samenwerking met Sandrine was dat anders.
Sylvain Savoia: Ik vind die vrijheid wel fijn, ik hou er van als een scenarist de dingen wat open laat.
Marzena Sowa: Terwijl Sandrine net graag heel veel input krijgt. Het is een zeer verrijkende samenwerking gebleken. Vaak leer je het meest uit de dingen die het moeilijkst zijn verlopen.
Toon Horsten
Deze tekst verscheen eerst in de Stripgids. Wij bedanken hartelijk de Stripgids voor de toestemming voor de publicatie op poolseliteratuur.nl.
‘Marzi. 1984-1987’, van Sylvain Savoia en Marzena Sowa verscheen bij Blloan, telt 192 blz. en kost 24,95 €.
Jo Govaerts over ‘Marzi’: Een al bij al gelukkig meisje uit Stalowa Wola
(geplaatst door Ł.K.)