Poolse literatuur

Website opgericht en beheerd door Stichting Literatura

Het eeuwige geduld van de Afghaanse ziel (“Bidden om regen” van Wojciech Jagielski)

De Nederlandse uitgave van Bidden om regen van Wojciech Jagielski (vertaling Ewa van den Bergen-Makała) verscheen weliswaar in 2007, toch is het boek  nog steeds actueel. Het boek oogstte destijds lovende recensies, meermaals werd het aangemerkt als een verplichte kost voor iedereen die geïnteresseerd was in Afghanistan.

‘Laat niemand die in Allah gelooft hulp bieden aan de bezetters. Laat kinderen niet naar hun scholen sturen. Laat niemand voor hen werken of geloven in wat ze zeggen. Amerikanen zijn vijanden van de islam. Vroeg of laat zullen ze echter, verslagen en vernederd, vertrekken. Verraders die hen vandaag dienen zullen niet vertrekken en zullen worden gedood als dolle honden.’ *

De boodschap van de Taliban is overtuigend actueel vanuit de tekst van deze zogenaamde ‘nachtbrief’, een van velen die na de Amerikaanse militaire interventie in Afghanistan in 2001 op muren van moskeeën werden geplakt. Volgens de Poolse journalist en schrijver Wojciech Jagielski verschenen dergelijke nachtbrieven ook tijdens de bezetting van Afghanistan door de Sovjets (1979 – 1989).

Jagielski vertelt het in de epiloog bij zijn boek Bidden om regen. Reportages uit Afghanistan die hij speciaal voor de in 2007 verschenen Nederlandse uitgave schreef. Het nawoord was nodig, want het originele boek dateerde van 2002 en de situatie op het Afghaanse strijdtoneel was veranderd als gevolg van de war on terror.

Jagielski volgde de ontwikkelingen op de voet. Tussen 1992 en 2010 bezocht hij Afghanistan ruim tien keer. Hij verbleef er in totaal twee jaar. Dankzij zijn bescheiden manier van opereren werd hij door de Afghanen gastvrij ontvangen, dronk thee met grote en kleine vissen binnen de Afghaanse politiek, met de commandanten van zowel de moedjahedien als de Taliban. Meermaals ontmoette hij de legendarische leider van de Noordelijke Alliantie Ahmad Sjah Massoed, ‘de Leeuw van Pandjsjir’, die een moedige strijd voerde eerst tegen het Sovjetleger en later tegen de Taliban.

In Bidden om regen vindt men vele genuanceerde portretten van ondermeer de commandant Ahmad Sjah Massoed, de fundamentalist Goelboeddin Hekmatyar, de Oezbeekse krijgsheer Dostoem, de Sovjet-vazal president Mohammed Nadjiboellah, de Taliban-leider Moellah Omar of de Saudische terrorist Osama bin Laden. Omdat de auteur ook talloze gewone mensen met begrip en compassie aandacht schenkt tegen een decor van overweldigend natuurschoon biedt Jagielski’s boek een uniek inkijkje in de Afghaanse ziel.

Uit de boeiende verhalen, vervlochten met beschrijvingen van de adembenemende Afghaanse landschappen en de complexe geschiedenis van Afghanistan rijst het beeld op van een land waarvan de inwoners de eigen  boontjes willen doppen zonder inmenging van buiten. Echter zodra buitenlandse mogendheden zijn vertrokken laait er hevige onderlinge strijd op tussen de rivaliserende etnische groeperingen geleid door de machtige leiders die niet zelden opnieuw tot speelbal van buitenlandse belangen verworden. Dit eeuwenoude patroon heeft het leven voor de bevolking bijzonder zwaar en ingewikkeld gemaakt.

Het zal niet verbazen dat in een land met zulke onherbergzame natuur en uiterst moeilijke leefomstandigheden het gedrag van de inwoners primair gericht is op het overleven zelf. Dit geldt voor zowel gewone burgers  alsook voor militairen en rebellen van welke gesternte dan ook.

In zijn commentaar op de recente ontwikkelingen in Afghanistan** onderstreepte Jagielski nog eens dat dat overleven betekent meestal het niet tot de laatste man doorvechten, het betekent calculeren en niet tot de laatste snik het absolute doel blijven nastreven, liever overlopen en verraad plegen dan domweg sneuvelen, liever de kat uit de boom kijken en geduldig wachten op een nieuwe kans. Overlopen is in Afghanistan heel gewoon, daarom is een snelle overname van de macht door de Taliban niet zo verbazingwekkend. Zie daar het lot van het driehonderdduizend militairen tellende Afghaanse leger, wat in de praktijk neerkwam op zo’n vijfentwintigduizend commandotroepen, die danig verzwakt en verspreid over het land niet meer in staat waren de aanvallen van de Taliban te pareren.

De Taliban hebben de afgelopen twintig jaar de kat uit de boom gekeken en ondertussen zich gestaag voorbereid op het verdrijven van de buitenlandse bezetters. Door enorme onvrede over het gedrag van de Amerikanen en hun bondgenoten werd het voor de Taliban aldoor makkelijker om de aanhangers onder de gewone bevolking te rekruteren.

‘Het lijkt erop dat zij dit keer vooral op de patriottische trommel hebben geslagen en niet zozeer de religieuze. Maar de schijn kan bedriegen. De Taliban heeft de oorlog gewonnen en zullen hoogstwaarschijnlijk naar hun fundamentalistische wortels terugkeren. De macht te moeten delen, daar houden ze niet van, zij dulden geen verzet, de executies kunnen terugkomen’, aldus Jagielski. ‘Het zou naïef zijn te veronderstellen dat de Taliban wezenlijk veranderd zijn. Ze zijn geen politieke partij, ze bereiden zich niet voor op de verkiezingen, ze willen dat de rest zich naar hun wereldvisie schikt.’**

Het zich telkens weer herhalende scenario van een burgeroorlog is dus niet ondenkbaar. Het is de vraag wie het ontluikende verzet werkelijk gaat steunen. Uit angst voor de Taliban zal de meerderheid van de Afghanen vervallen in het wachten op betere tijden, de oude ‘nachtbrieven’ van de Taliban in hun geheugen gegrift.  

Jagielski’s boek werd destijds aangeprezen als verplichte lectuur voor iedereen die de Afghaanse geschiedenis, cultuur, tradities en mentaliteit probeert te doorgronden. Deze aanbeveling heeft niets van zijn actualiteit verloren.

Ewa van den Bergen-Makala

Bidden om regen. Reportages uit Afghanistan, Wojciech Jagielski. De Geus 2007.    

** Interview met Wojciech Jagielski van 17 augustus jl. (online op gazeta.pl)   

Wojciech Jagielski (Polen,1960) – journalist, publicist en schrijver. Van 1986 tot 1991 werkzaam bij de Poolse persagentschap PAP, van 1992 tot 2012 verbonden aan de krant Gazeta Wyborcza, tot 2017 terug bij PAP, momenteel redactielid van het weekblad Tygodnik Powszechny. Hij deed verslag van diverse militaire conflicten in de Kaukasus en Azië (w.o. Tsjetsjenië, Tadzjikistan, Georgië, Afghanistan). Later verschoof zijn belangstelling naar het Afrikaanse continent. Hij publiceerde boeken over Georgië, Tsjetsjenië, Afghanistan, Oeganda en Zuid-Afrika.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.