Poolse literatuur

Website opgericht en beheerd door Stichting Literatura

‘Over een beroemd iemand’ Leszek Kołakowski

De Poolse filosoof Leszek Kołakowski (1927-2009) gold als een van de scherpste denkers van de twintigste eeuw. Minder bekend is dat hij ook een begenadigd schrijver van satirische sprookjes was. Hieronder, voor het eerst in Nederlandse vertaling, een van de verhalen die in de jaren zestig deel uitmaakten van Kołakowski’s bundel Bajki z Królestwa Lailonii (Sprookjes uit het Koninkrijk van Lailonia).

Leszek Kołakowski

Over een beroemd iemand

Tat wou zo graag een beroemd iemand worden. Maar niet gewoonweg beroemd, hij wou de grootste ter wereld worden. Na wat nadenken begreep hij echter dat je niet in alles de beste kan zijn, je moet een soort activiteit of vaardigheid uitkiezen om kampioen in te worden. Tat vroeg zich lange tijd af waarin hij zo zou kunnen uitblinken dat hij de beste ter wereld zou zijn. ‘s Werelds grootste of kleinste mens kon hij niet meer worden, want hij was van gemiddelde lengte. Bovendien leek het hem dat hij geen kans maakte om de beste musicus ter wereld te worden of de allerbeste verspringer. In het begin probeerde hij de langste broek ter wereld te bezitten en liet hij zich een dertig meter lange broek naaien. Twee dagen lang probeerde hij die te dragen, maar dat bleek nogal oncomfortabel, de broekspijpen raakten te veel in de knoop, wat het moeilijk maakte om te wandelen. Dus begon hij andere mogelijkheden te overwegen. Hij had een vriend die bijna kaal was; bijna, want hij had nog enkele haartjes op zijn hoofd. Daarom dacht Tat dat hij misschien ’s werelds kaalste man zou kunnen worden en liet hij zich tot op het laatste haartje kaalscheren. Helaas zag hij niet veel later iemand die even kaal was. En aangezien hij niet meer kon afscheren, kon Tat hem niet overtreffen in kaalheid Daarna probeerde hij vaker dan wie dan ook van stropdas te wisselen om zo bekend te worden als ’s werelds meest frequente stropdaswisselaar. Het ging zo ver dat hij zestig keer per dag van das veranderde, maar om de een of andere reden bracht dit hem geen roem. Later kwam het bij hem op de jongste van alle mensen ouder dan hem te worden, en tegelijkertijd de oudste van alle mensen jonger dan hem. Maar toen hij anderen daarover vertelde, snapten velen niet wat hij bedoelde en raakte Tat ervan overtuigd dat zijn ambities hem geen applaus zouden opleveren, want mensen zijn nu eenmaal dom. Hij nam zich voor de grootste oliebol ter wereld te maken, maar de oliebol verkruimelde tijdens het bakken, zes hele weken werk waren voor niets geweest.

Hij begon diep na te denken over wat voor activiteit hij beter zou kunnen doen dan wie dan ook ter wereld. Daarom nam hij zijn talenten onder de loep. Hij had altijd veel vlekken op zijn kleren omdat hij een morspot was en dacht dat hij op dat vlak misschien wel iets kon bereiken. Hij besloot ’s werelds grootste vlekkenmaker te worden en maakte zoveel vlekken op zijn kleren dat niemand hem kon overtreffen. Hij slaagde wel in zijn opzet, maar zijn roem was van korte duur. Na lang oefenen wist hij ook snel een draad door het oog van een naald te krijgen en wou hij bekend staan als de beste draad-in-naald-steker. Daarna leerde hij snel het bed op te maken en rekende hij erop de grootste bedopmaker te worden. Later wachtte hem nog een carrière als beste flessenontkurker, beste pagina-uit-boek-scheurder, meest uitmuntende luciferkraker en meest formidabele tandpastatube-uitknijper. Hij was ook de beste kaarsenaansteker, de grootste bordenbreker en de beste knoopdichtmaker. Na zoveel verschillende opmerkelijke vaardigheden te hebben verworven, stelde Tat vast dat hem groot onrecht werd aangedaan, want al was hij in zoveel dingen de grootste ter wereld, toch was zijn roem zeer gering. Sommige mensen waren veel beroemder, alhoewel ze maar in één ding de beste ter wereld waren. De ene kon het beste hoogspringen, de andere kon het grootste gewicht heffen, iemand kon het snelste zwemmen en nog iemand anders had het meeste geld. Ze waren allemaal beroemd en Tat, die al in allerlei dingen de beste was, werd alleen door enkele vrienden bewonderd. Bijna niemand anders had van zijn prestaties gehoord. Daarom had Tat het gevoel dat de wereld wel heel slecht geregeld moest zijn, aangezien de verdeling van roem en erkenning zo onrechtvaardig was.

Bezorgd ging Tat advies vragen bij een vriend die in de buurt woonde. Het duurde twee dagen voor hij bij diens huis aankwam, omdat hij naast zijn andere vaardigheden ook ‘s werelds langzaamste wandelaar was geworden. Hij deed er eveneens zeer lang over om zijn probleem uiteen te zetten, omdat hij ooit besloten had de grootste stotteraar ter wereld te worden. Daarom had hij minstens een uur nodig om een woord uit te spreken, zelfs zijn eigen naam, hoewel die vrij kort is. Uiteindelijk slaagde hij er echter in zijn bezorgdheid aan zijn vriend uit te leggen en hem om advies te vragen: wat moet ik doen om echt beroemd te worden?

Zijn vriend vertelde hem dat het heel eenvoudig is. Je moet zeer veel geld hebben. Iedereen die zeer veel geld heeft, kan snel roem behalen.

‘Tuurlijk, tuurlijk, tuurlijk’, zei Tat. (Hij herhaalde dat woord vele malen, omdat hij naast zijn andere vaardigheden ook vaker dan wie dan ook ter wereld het woord ‘tuurlijk’ gebruikte.) ‘Maar waar haal ik zeer veel geld vandaan?’

‘Oh, dat is heel eenvoudig’, zei zijn vriend.

‘Je moet beroemd worden. Iedereen die zeer beroemd is, kan gemakkelijk aan veel geld geraken.’

‘Tuurlijk,’ gaf Tat toe, ‘maar hoe kan ik beroemd worden?’

‘Dat heb ik je toch net gezegd,’ antwoordde zijn vriend ongeduldig, ‘je moet zeer veel geld hebben.’

Tat vond het advies van zijn vriend wel goed, maar hij wist niet hoe hij het moest opvolgen en zijn vriend kon het niet nader toelichten. Daarom bleef het onrecht Tat dwarszitten, in die mate zelfs dat hij zich afvroeg of het geen goed idee zou zijn om als jongste ter wereld te sterven. Maar hij kwam tot de conclusie dat dat hem waarschijnlijk niet zou lukken. Voor alle zekerheid liet hij zich nog het langste potlood en de grootste manchetknoop ter wereld maken (die laatste woog vier ton). Hij stopte ook helemaal met het eten van aardbeien en kondigde aan dat niemand ter wereld minder aardbeien eet dan hij.

Uiteindelijk kwam Tat tot de conclusie dat je ook een zeer opmerkelijk iemand kan worden door iets juist als slechtste ter wereld te doen, zo kan je ook beroemd worden. Hij leerde het slechtst ter wereld fietsen, de slechtste gedichten ter wereld schrijven en het slechtst ter wereld zwembroekjes naaien. Terwijl hij op die manier verder probeerde, schoot hem een formidabel idee te binnen dat hem heel wat moeite bespaard zou hebben als hij er eerder was opgekomen. Hij besloot ’s werelds minst beroemde persoon te worden. Hij besefte dat hij daarvoor zijn stad moest verlaten en ergens heen moest gaan waar absoluut niemand van zijn bestaan zou afweten.

Dat deed hij ook. Op een dag verdween Tat volledig. Door te verdwijnen rekende hij er natuurlijk op om snel bekend te staan als de minst beroemde persoon ter wereld. Hij verdween, en enkele dagen lang vroegen zijn vrienden zich af wat er met Tat gebeurd kon zijn. Na een paar dagen vergaten ze hem en zo bereikte Tat zijn doel. Hij werd de minst beroemde persoon ter wereld. Absoluut niemand weet over Tats bestaan. Wij weten ook niets over hem en daarom kunnen we ook helemaal geen verhaal over Tat schrijven.

Vertaling: Lien Van Canneyt

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

Informatie

Dit bericht was geplaatst op december 28, 2020 door in Uncategorized en getagd als , .