Małgorzata Woźniak-Diederen: Slaap! was een debuutroman en een enorm succes. Heb je dat verwacht, of was dat een verrassing?
Annelies Verbeke: Dat was uiteraard een verrassing; veel goede debuten ontsnappen aan de aandacht, en daar had ik me ook wat op voorbereid. Na een tijdje vond ik al die aandacht ook wat beangstigend, want ik wilde vooral een nieuw boek schrijven, en deed dat plots in een totaal andere context dan de eerste keer. Achteraf gezien ben ik er natuurlijk niet rouwig om dat het boek me ‘op de kaart’ zette.
Het boek is in veel talen vertaald. Waar was het het best ontvangen in het buitenland?
– In Duitsland kreeg ik de mooiste en meeste recensies voor SLAAP! en VISSEN REDDEN, over dat laatste boek waren de Finnen ook bijzonder lovend. In Roemenië zat SLAAP! voor 1 euro bij de cultuurkrant Cotidianul (die nu helaas niet meer bestaat), waardoor heel veel mensen het lazen (het werd gedrukt op 40000 exemplaren. Het was een hele gekke ervaring verschillende mensen mijn boek te zien lezen in de metro in Boekarest.
Wat was de meest bizarre vraag over het boek?
– Het is me wel eens overkomen dat mensen in het publiek bij een lezing van me dachten dat ik een soort slaaptherapeut was. Wat ze precies vroegen weet ik niet meer, maar het was duidelijk dat ze hulp van me verwachtten. Ik moest hen teleurstellen: dit boek gaat over slapeloosheid, en die gaat niet over.
Er zit veel humor in dit boek, maar met sommige grappen kan je mensen ook kwetsen. Ben je daar niet bang voor? Bijvoorbeeld (wel mijn favoriete stuk) harde woorden over administratief werk, dat toch veel mensen gewoon moeten doen.
– Ik kijk op niemands werk neer. Mijn personage Maja zit duidelijk niet op haar plaats op die administratieve afdeling, en die cynische blik op het werk dat ze moet doen en de omgeving en collega’s hoort daarbij. Ik denk dat meer mensen zich erin zullen herkennen dan dat ze zich erdoor aangevallen voelen.
Waarom schrijf je? Wat wil je bereiken met schrijven?
– Ik schrijf in de eerste plaats omdat ik voel dat ik dat moet doen, en omdat ik het wil doen. Ik zie het dan ook als een persoonlijk onderzoek naar de werkelijkheid om me heen, en naar wat belangrijk voor me is. Wat is de werkelijkheid eigenlijk? Wat als iedereen iets anders ziet? Hoe zijn de mensen? Schrijven heeft veel van mediteren of bidden, denk ik. Het is de tijd nemen om stil te staan bij de dingen, ze te bevragen, om te keren, uit te schudden.
Voor wie wil je schrijven, voor welke lezer?
– Na ongeveer elf jaar als auteur heb ik gemerkt dat de lezers die ik aanspreek met mijn werk een heterogene groep vormen, die per boek kan verschillen. Het lijkt me niet de juiste richting om je tijdens het schrijven bezig te houden met een bepaald beeld van een lezer die je wil bereiken. Ik schrijf wat ik zelf wil lezen, ben altijd mijn eigen eerste lezer, en als het boek klaar is, merk ik wie ervan houdt en wie niet. Ik ben met de jaren wel een grotere dankbaarheid gaan voelen voor de mensen die van mijn werk houden, het is een bevoorrechte manier van communiceren, en ontdekken wat je deelt met andere mensen, elkaar daarin vinden.
Er zijn natuurlijk complimenten die er voor mij bovenuit steken. En ook die komen van op het eerste gezicht totaal verschillende mensen. Voor mijn boek VERONDERSTELLINGEN uit 2012 ontving ik zeer lovende en bewonderende woorden van Yves Petry, een Belgische auteur wiens werk ik zelf fantastisch vind, en die ik in intellectueel opzicht hoogacht, dus dat is uitermate bevestigend en deugddoend.
Even veel waarde hecht ik aan de commentaar van een oudere vrouw die in een broodjeszaak werkt, en vertelde nooit te lezen. Ze las VERONDERSTELLINGEN en vond het zo goed, ze zei: ‘Ik ga dat vaker doen, lezen. Ik heb hier zo veel plezier aan beleefd. De hele tijd dacht ik: ja, het is waar: zo zijn de mensen!’
– Wat is je relatie met Polen?
Ik ben nog maar een keer in Polen geweest: in Wroclaw, toen ik daar uitgenodigd was op het korte verhalen festival in 2011. Ik lees zeer graag Poolse dichters, in poëzie blinken de Polen echt uit. Eerst leerde ik Szymborska kennen, ik las ook de biografie over haar. Later leerde ik dat Polen nog veel meer ijzersterke dichters heeft.
Ik hou ook veel van het werk van Olga Tokarczuk, die ik trouwens op dat verhalenfestival ontmoette. In België heb ik twee Poolse vriendinnen, beide literaire auteurs: Grazyna Plebanek en Maja Wolny. Geweldige, warme en grappige mensen zijn die twee.
Śpij!, de net verschenen Poolse vertaling van Slaap! (vertaald door Małgorzata Woźniak-Diederen)
Zie je veel verschillen tussen Polen en België?
– Ja, die zijn er uiteraard, maar ik vind niet dat ik uitspraken kan doen over ‘de Pool’ of ‘de Belg’. Mij gaat het toch altijd over persoonlijke contacten, en die kunnen overal ter wereld prettig of minder prettig zijn.
Ik vind het vaak jammer dat het beeld dat ‘de doorsnee Belg’ van ‘een Pool’ heeft of een schoonmaakster of een bouwvakker is. Terwijl ik vooral een literaire blik op Polen heb, en vele dichters en auteurs enorm waardeer.
Je hebt een grappig verhaal over Gent voor citybooks geschreven. Nu ben je in Jakarta in Indonesië geweest voor dit project. Hoe vond je de stad? Wat ga je erover schrijven?
– Het is net klaar. Het was een ongelooflijke ervaring, ik zou bijna durven te zeggen dat mijn leven erdoor is veranderd. Ik stemde de eerste avond toe achterop een brommer te gaan zitten bij een man van mijn leeftijd die mijn gids wilde zijn. Dat bleek een goede keuze. Hij liet me veertien dagen lang door de stad zweven, en we werden goede vrienden.
Jakarta is een stad met enorme verschillen tussen arm en rijk, met problemen rond corruptie ook, maar er is zo veel leven, weer in België had ik even het gevoel op een kerkhof te wonen. Maar dat is niet zo, heb ik twee weken na terugkeer wel weer begrepen.
Małgorzata Woźniak-Diederen: Hartelijk bedankt voor dit gesprek!
Het interview in het Pools – HIER.
(red. Ł.K.)