Poolse literatuur

Website opgericht en beheerd door Stichting Literatura

De opstand in het getto van Warschau in de Poolse literatuur

IWONA GUŚĆ

13041377_10156897449780245_1481343450898010722_o

Deze iconische foto komt uit het raport van Jürgen Stroop.

Opstand in het getto van Warschau

Op 19 april 1943, 73 jaar geleden, is de opstand in het getto van Warschau begonnen. Joodse opstand duurde tot 16 mei en werd door de Duitse troepen onder leiding van Jürgen Stroop hardhandig neergeslagen. Deze gebeurtenis werd door Poolse dichters en schrijvers op indrukwekkende wijze gedocumenteerd en gememoreerd.

In 1945, kort na de oorlog, publiceerde Jerzy Andrzejewski een novelle getiteld Wielki Tydzień [De stille week]. Andrzejewski schreef dit verhaal tijdens de opstand. Het verhaal speelt zich af rondom Pasen 1943, toen er in Warschau de opstand in het getto is losgebarsten. In 1952 is dit verhaal in de Nederlandse vertaling (door Siegfried van Praag) verschenen onder de titel De stille week, bij de Wereldbibliotheek.
Veel later, want in 1995, heeft Andrzej Wajda dit verhaal verfilmd.

Ongeveer 220 licht bewapende Joodse strijders namen deel aan de opstand (ze vormden o.a. Żydowska Organizacja Bojowa, ŻOB). Zij moesten het opnemen tegen ongeveer 2000 man Duitse troepen, die door tanks en artillerie werden ondersteund. De Joodse strijders hielden het vier weken vol en sneuvelden bijna allen.

De ŻOB stond aanvankelijk onder leiding van Mordechaj Anielewicz, maar na diens dood op 8 mei nam Marek Edelman de leiding over. Aan het eind wist Edelman via riolen met een klein groepje te ontsnappen naar de Poolse kant van Warschau. Zo heeft hij als een van de weinige gettostrijders de oorlog overleefd.

In de jaren zeventig werd Edelman uitvoerig door Hanna Krall geinterviewd, Deze journaliste en schrijfster, en zelfs ook een Holocaust-overlevende, tekende op basis van hun vele gesprekken, een prachtig literair portret van Edelman op. Haar boek Zdążyć przed Panem Bogiem werd in Polen in 1977 uitgegeven en kwam in Nederlandse vertaling onder de titel God vóór zijn al in 1980 uit.

Een van de beroemdste gedichten, die de sfeer van Warschau tijdens de opstand documenteren, schreef Czesław Miłosz in 1943 tijdens de mislukte opstand in het getto van Warschau.

Campo dei Fiori

(vertaald door Gerard Rasch)

CampodiFiorirkopis1Op Campo dei Fiori in Rome
manden met olijven, citroenen,
stenen die bespat zijn met wijn,
en met restjes van bloemen.
Door kooplui op tafels gestort
het roze fruit van de zee,
donkere trossen van druiven
vallend op het perzikdons.

Hier, juist op dit plein, werd ooit
Giordano Bruno verbrand.
De beul stak de brandstapel aan,
door het nieuwsgierige plebs omringd.
Maar de vlam was amper gedoofd,
of de taveernen zaten al vol.
Op de hoofden van de kooplui
manden met olijven, citroenen.

Ik dacht aan Campo dei Fiori
bij de zweefmolen in Warszawa,
op een zachte voorjaarsavond,
terwijl vrolijke muziek weerklonk.
De melodie overstemde
de salvo’s in het getto vlakbij,
en in de zachte voorjaarslucht
stegen de paren steeds hoger.

Uit brandende huizen joeg
de winCampodiFiorirkopis2d zwarte vliegers naar ons
en zij die zweefden en draaiden
vingen de flarden op in de lucht.
Die wind van brandende huizen
woei de meisjesjurken omhoog.
En de mensen lachten erom,
die mooie zondag in Warszawa.

Voor de een kan de moraal zijn
dat het volk van Warszawa en Rome
slechts handelt en vrijt, zich vermaakt,
en brandstapels, martelaars mijdt.
Een ander concludeert wellicht
dat al wat menselijk is vergaat,
en de vergetelheid begint
nog voor de vlammen zijn gedoofd.

Ik moest toen echter denken
aan de eenzaamheid van stervenden,
aan Giordano die de treden
van het schavot beklom
en in de taal van de mensen
geen woorden kon vinden, niet één,
om afscheid te nemen van hen,
afscheid van die mensheid die bleef.

CampodiFiorirkopis3Zij zaten weer aan de wijn
en verkochten hun zeesterren,
droegen in het vrolijk rumoer
manden met olijven, citroenen.
En hij was al heel ver van hen,
er leken eeuwen verstreken,
al hadden ze maar even gewacht
terwijl hij wegvloog in vlammen.

Ook deze eenzaam stervenden,
door de wereld al vergeten,
begrijpen onze taal niet meer,
als stamt ze van een oude ster.
— Tot alles een legende is
en op een nieuwe Campo dei Fiori
na jaren een dichters woord
het oproer laat ontbranden.

Warszawa, Pasen 1943

marek_z_zonkilami

Marek Edelman

Narcissen

Sinds vier jaar wordt in Polen de opstand in het getto van Warschau met de gele narcissen herdacht. Deze bloemen staan symbool voor het herdenken van de gettostrijders die de vervolgingen niet hebben overleefd. Marek Edelman ontving jaarlijks een bosje van die gele bloemen van een anonieme persoon en legde het bij het Helden van het Getto-monument in Warschau. Deze traditie werd na zijn dood op een andere manier ingevuld door een publieke actie waaraan honderden vrijwilligers in Warschau en andere steden deelnemen. Om de strijders van het getto te herdenken worden door vrijwilligers aan de mensen op straat narcissen uitgedeeld. Deze herdenking wordt mede door het POLIN museum van de geschiedenis van de Poolse Joden georganiseerd.

85860_8f4ce568e

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: