Jarosław Iwaszkiewicz (1894-1980)
(bron: commons.wikimedia.org)
Hij was een vooraanstaand letterkundige, schrijver, poëet en culturele activist met grote oeuvre. Iwaszkiewicz werd meermaals onderscheiden, was onder andere lid van de Poolse PEN-club en van het bestuur van de Europese vereniging van schrijvers.
Zijn werk is gericht op het verenigen van tegenstellingen (leven-dood, liefde-haat e.a.) om deze een filosofische dimensie te geven. Zijn helden gaan bijna altijd gebukt onder een gevoel van tragiek, onder de rechtvaardiging van de wreedheid van de natuurkrachten (dit is vaak een motief van een vroegtijdige dood) of onder de nederlaag van het individu in het licht van de geschiedenis.
Hij werd geboren in de Oekraïne in een Pools patriottisch gezin. Op de leeftijd van 24 jaar vertrok hij naar Warschau. In 1922 trouwde hij met Hanna Lilpop, de dochter van een gerenommeerde ondernemer en handelaar, wier ouders hem nooit zouden accepteren. Iwaszkiewicz onderhield met hen later geen contact meer.
Hanna Lilpop verkocht tijdens de Duitse bezetting een grondstuk om bevriende Joden te redden uit het getto van Warschau. Het huis van Iwaszkiewicz was tijdens de oorlog een schuilplaats voor Poolse en Joodse onderduikers. Iwaszkiewicz nam actief deel aan het Poolse verzet en werkte mee aan het redden van culturele erfgoederen.
Na de oorlog koos hij voor de weg van het pragmatisme. Hij was overtuigd van de zinloosheid van de strijd tegen het communisme, deze zou volgens hem alleen tot onnodige verliezen leiden. Hij probeerde te redden wat hij kon en nam actief deel aan het culturele leven in Polen. Deze houding leverde hem heel wat tegenstanders op en controverses die tot op de dag van vandaag voortduren.
Hij vervulde verschillende officiële functies, maar was nooit lid van de communistische partij geweest.
In de jaren 50 wilde de Belgische koningin Elizabeth het Chopinconcours bijwonen. Iwaszkiewicz werd gevraagd haar te vergezellen. Toen hij, terwijl hij de koningin in Warschau rondleidde, een kerk betrad, sloeg hij een kruis.- ‘Ik wist niet dat u gelovig bent’, reageerde de koningin.
– ‘Ik geloof in God, maar praktiseer dat niet’.
– ‘Ik dacht dat u het communisme aanhing…’
– ‘Dat praktiseer ik, maar ik geloof er niet in’, zei hij.
Iwaszkiewicz overleed in 1980. Op eigen wens werd hij begraven in een mijnwerkersuniform.
bron: Biuletyn PNKV